Werkplekleren 1 (B-VIVZ-V1N065)

Doelstellingen
DLR 1: De gegradueerde past de standaarden van datacommunicatie en netwerken correct toe om kwaliteitsvol werk af te leveren.
GI 1.1 De student past het OSI-model toe binnen netwerken.
GI 1.2 De student kent de mogelijkheden van transportmedia.
GI 1.3 De student brengt een bestaande client-server topologie in kaart.
GI 1.4 De student tekent de topologie van een netwerk.
GI 1.5 De student benoemt de principes van troubleshooting.
DLR 2: De gegradueerde installeert, configureert en test professionele netwerkinfrastructuur volgens de noden van de organisatie op basis van een bestaand plan.
GI 2.1 De student identificeert de onderdelen van het netwerk op een bestaand netwerkplan.
GI 2.2 De student sluit de onderdelen van het netwerk op elkaar aan.
GI 2.3 De student stemt alle onderdelen van een netwerk op elkaar af.
DLR 4: De gegradueerde implementeert en onderhoudt besturingssystemen, applicaties en netwerkservices.
GI 4.1 De student garandeert de werking van besturingssystemen op vaste en mobiele toestellen.
GI 4.2 De student garandeert de werking van applicaties op vaste en mobiele toestellen.
GI 4.3 De student garandeert de werking van netwerkservices op vaste en mobiele toestellen.
GI 4.4 De student garandeert de werking van databanken op vaste en mobiele toestellen.
DLR 5: De gegradueerde ondersteunt de gebruikers bij het optimaal en veilig gebruik van de besturingssystemen, applicaties en netwerkservices.
GI 5.1 De student beluistert actief de concrete vraag van gebruikers,
GI 5.2 De student maakt onderscheid tussen 1ste lijn en 2de lijn … zorg
GI 5.3 De student maakt een concrete afspraak over de dienstverlening
GI 5.4 De student geeft concrete instructies over het optimaal en veilig gebruik
DLR 6: De gegradueerde automatiseert steeds terugkerende taken binnen een systeem- en netwerkomgeving aan de hand van technieken zoals deployment, software defined networking of scripting,
GI 6.1 De student past controlestructuren toe in scripttalen.
GI 6.2 De student stelt een script op om taken te automatiseren.
GI 6.3 De student past scripttalen toe op en naar databanken.
GI 6.4 De student selecteert een scripttaal op basis van de noden.
DLR 7: De gegradueerde monitort de systemen en netwerken en suggereert verbeterpunten en structurele oplossingen bij vastgestelde problemen.
GI 7.1 De student selecteert tools om netwerkverkeer, systemen en applicaties te monitoren.
DLR 10: De gegradueerde verzamelt informatie, documenteert, communiceert en rapporteert over het geleverde werk, afgestemd op de doelgroep. De gegradueerde gebruikt hiervoor ook het gepaste anderstalige vakjargon
GI 10.1 De student documenteert over z’n geleverde werk.
GI 10.2 De student informeert collega’s, leidinggevenden en/of klanten over het geleverde werk volgens gemaakte afspraken.
GI 10.3 De student gebruikt een gepast taalregister en correct vakjargon in mondelinge en schriftelijke communicatie.
GI 10.4 De student werkt consistent en nauwkeurig.
DLR 11: De gegradueerde handelt deontologische en gaat op een professionele manier om met data en privacy. De gegradueerde past de relevante wetgeving en normering toe.
GI 11.1 De student volgt de deontologische regels van de school- en werkplekomgeving.
GI 11.2 De student respecteert de privacy en waargenomen data.
DLR 12: De gegradueerde volgt relevante IT-evoluties op en verbetert continu de eigen praktijk. De gegradueerde identificeert de eigen ontwikkelingsnoden.
GI 12.1 De student informeert zich via relevante bronnen over IT- evoluties.
GI 12.2 De student past nieuw verworven kennis toe in zijn professioneel handelen
DLR 13: De gegradueerde werkt constructief en actief samen in een multidisciplinair team en participeert actief tijdens overlegmomenten.
GI 13.1 De student toont een actief luisterende houding tijdens overlegmomenten.
GI 13.2 De student verwoordt eigen ideeën en vragen op een passende manier.
GI 13.3 De student voert gemaakte afspraken binnen het team correct uit.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
7 sp. Werkplekleren 1 (B-VIVZ-V6N065)




Inhoud
De student werkt op de werkplek mee aan taken/opdrachten die ze vanuit de werkplek krijgen. Deze taken/opdrachten kunnen sterk verschillen van werkplek tot werkplek en zijn ondersteunend aan de IT-afdeling. De student verwerkt en vult competenties van systeem- en netwerkbeheer aan onder begeleiding van de mentor.
Toelichting werkvorm
Werkplekleren
Studenten doen 2 dagen per week aan werkplekleren op hun werkplek. In totaal 16 dagen. Waarvan 8 dagen in kwartaal 3 en 8 dagen in kwartaal 4.
Halverwegen is er een feedbackmoment zodat de student de kans krijgt om zich bij te sturen.
Studenten krijgen meer autonomie in het uitvoeren van taken.
De modaliteiten van hoe het werkplekleren zal worden georganiseerd, krijgen vorm in samenspraak tussen de student, de werkplek en de hogeschool en kunnen per student variëren.
Uiteraard blijven de studiebelasting (aantal dagen) en de te bereiken doelstellingen voor elke student dezelfde.
In uitzonderlijke omstandigheden die een normaal verloop van het werkplekleren onmogelijk maken, kan een deel van het werkplekleren vervangen worden door telewerk werkplekleren en/of alternatieve opdracht(en).
Evaluatieactiviteiten
Werkplekleren 1 (B-VIVZ-V83201)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
100 % permanente evaluatie: begeleidende gesprekken, digitaal portfolio
- Studenten houden een portfolio bij waarin ze iedere week rapporteren welke werkzaamheden ze uitgevoerd hebben, dit in samenspraak met de werkplekcoach.
- Self-assessment (portfolio)
- Presentatie en duiding van de bekomen resultaten
Evaluatie gebeurt door de begeleidende docenten in samenspraak met de werkplek.
In uitzonderlijke omstandigheden waarin een normaal verloop van het werkplekleren onmogelijk is, zal de evaluatie aangepast worden aan de werkvorm.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
De evaluatie gebeurt op basis van het portfolio, presentatie, verslag, .. en gesprekken met de mentor.
Na grondig overleg met het team is bij negatieve evaluatie een tweede examenkans mogelijk in de vakantieperiode. Elke situatie wordt afzonderlijk bekeken.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de voorziene evaluatieactiviteit vervangen worden door een online activiteit.
De student neemt na publicatie van zijn punten binnen de 5 dagen contact op met zijn begeleider van Vives om de mogelijkheden van herkansing vast te leggen.