Praktijktraining 2 (B-VIVZ-V33C15)
Doelstellingen
Voor OLA Stage 1:
Kerncompetentie 1 - zet deskundigheid omtrent organisatieprocessen en management binnen het domein van wellbeing en vitaliteit in om tot een duurzaam beleid van een organisatie te komen.
- GI 1.1 (DLR 4) De student staat - in samenwerking met andere deskundigen - het duurzame beleid van een organisatie bij. Niveau 2: De student lost eenvoudige, bedrijfseconomische praktijkvragen op.
- GI 1.2 (DLR 4) De student werkt - in samenwerking met andere deskundigen - een kosten-baten analyse uit in functie van een project voor een organisatie uit. Niveau 2: De student maakt bij de kosten-baten analyse voor een project een overwogen keuze door een onderscheid te maken tussen financieel minder of meer verantwoorde alternatieven.
- GI 1.3 (DLR 4) De student integreert op een doeltreffende manier gepaste digitale tools ter ondersteuning van een organisatie. Niveau 2: De student gebruikt na overleg op nauwkeurige en efficiënte wijze de juiste digitale tool in functie van een opdracht in een organisatie.
Kerncompetentie 2 - ontwikkelt en implementeert marketing- en communicatieprincipes en -strategieën op een creatieve en efficiënte wijze, in lijn met het wellbeing- en vitaliteitsbeleid van een organisatie.
- GI 2.1. (DLR 3) De student creëert een product of dienst op basis van een behoefteanalyse en bepaalt de juiste prijs ervoor. Niveau 2: De student maakt een behoeftenanalyse, stelt in overeenstemming hiermee mogelijke producten of diensten voor en vergelijkt ook de voor- en nadelen van verschillende systemen achter prijszetting.
- GI 2.2 (DLR 3) De student past een product of dienst aan binnen een micro-, meso- en macro-economische marktomgeving. Niveau 2: De student analyseert en categoriseert, na een voorafgaande selectie, de belangrijkste spelers binnen een micro-, meso- en macro-economische marktomgeving.
- GI 2.3 (DLR 3) De student ontwikkelt een langetermijnvisie en -missie door middel van een strategisch- en marketingplan. Niveau 2: De student creëert onder begeleiding de noodzakelijke inhoud van een vereenvoudigd strategisch- en marketingplan uit.
- GI 2.4 (DLR 5) De student organiseert de promotie van een product, dienst of organisatie via traditionele en innovatieve promotie- en communicatiemiddelen. Niveau 2: De student weegt zowel de voor- als de nadelen van de verschillende promotie- en communicatiemiddelen voor een product, dienst of organisatie af.
- GI 2.5 (DLR 5) De student stelt op een commerciële manier producten en diensten voor. Niveau 2: De student voert commerciële gesprekken met klanten in functie van een product, dienst of organisatie.
Kerncompetentie 3 - communiceert vlot, zowel intern als extern, als mondeling en schriftelijk op een doelgerichte manier met diverse stakeholders in het Nederlands en in 2 vreemde talen.
- GI 3.1 (DLR 10) De student spreekt in het Nederlands op een heldere en gestructureerde manier. Niveau 2: De student kiest het juiste taalregister in het Nederlands, gebruikt mondeling in specifieke situaties de gepaste strategieën, hulpmiddelen en kanalen en brengt een heldere, goed gestructureerde presentatie in correct Nederlands voor een kleine groep gelijken (collega’s, medestudenten …).
- GI 3.2 (DLR 10) De student schrijft helder en gestructureerd in het Nederlands en noteert referenties correct. Niveau 2: De student maakt, onder begeleiding, een beknopt, goed gestructureerd en helder schriftelijk document in correct Nederlands met de passende lay-out en de juiste bronvermelding.
- GI 3.3 (DLR 10) De student communiceert in 2 vreemde talen. Niveau 3: Niveau B1.2 (= vlot en grotere nauwkeurigheid) – De student slaagt er in om woordenschat in de meeste voorkomende situaties van de eigen leefwereld en in het werkveld te gebruiken. De student drukt zich vlot en met een vrij grote mate van nauwkeurigheid uit in het juiste register, met aangeleerde structuren en met vaktaal. De student maakt hierbij weinig basisfouten.
Kerncompetentie 4 - sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties inzake wellbeing en vitaliteit op holistische wijze en neemt hierbij zelf een voorbeeldfunctie op.
- GI 4.1 (DLR 1) De student sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties tot wellbeing en vitaliteit vanuit een kennis omtrent de bouw en de werking van het menselijk lichaam. Niveau 2: De student analyseert principes van de werking van het menselijk lichaam die de wellbeing en vitaliteit kunnen verhogen, zowel bij een lichaam dat goed functioneert als bij een lichaam waar ziekte en/of beperkingen aanwezig zijn.
- GI 4.2 (DLR 1) De student sensibiliseert, informeert en adviseert klanten tot wellbeing en vitaliteit vanuit kennis omtrent de psychè van de mens. Niveau 2: De student handelt in functie van de wellbeing en vitaliteit van klanten vanuit de fundamentele grondhoudingen in de psychologie (echtheid, empathie en fundamentele acceptatie) en vanuit inzichten in basispsychologische mechanismen. De student houdt hierbij rekening met zowel bewuste als onbewuste belevingen en gedragingen van de klant.
- GI 4.3 (DLR 1) De student werkt hygiënisch op mentaal en lichamelijk vlak. Niveau 2: De student beoordeelt vanuit mentaal en lichamelijk hygiënisch oogpunt welke producten of methodes de beste zijn om te gebruiken of toe te passen.
- GI 4.4 (DLR 5) De student gaat met klanten om vanuit holistisch perspectief. Niveau 2: De student handelt vanuit holistisch perspectief in omgang met de klant.
- GI 4.5 (DLR 8) De student sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties tot een gezonde en actieve levensstijl. Niveau 2: De student verleent informatie en formuleert concrete adviezen aan klanten om een gezonde en actieve levensstijl te ontwikkelen.
- GI 4.6 (DLR 8) De student sensibiliseert en informeert klanten/teams over de gevolgen van stress en adviseert hen tot het nastreven van een evenwichtige levensstijl. Niveau 2: De student krijgt inzicht in het eigen stressmechanisme en relaxatierespons en zorgt aan de hand van diverse methodes voor evenwicht in eigen leven.
Kerncompetentie 5 - plant en begeleidt autonoom en systematisch wellbeing- en vitaliteitstrajecten en/of -projecten op maat van klanten, teams en organisaties en werkt hierbij methodisch, oplossingsgericht en zelfsturend.
- GI 5.1 (DLR 5) De student is in staat klanten op een persoonlijke, individuele en gastvrije wijze te ontvangen en te begeleiden. Niveau 2: De student ontvangt en begeleidt klanten op een gastvrije en professionele manier.
- GI 5.2 (DLR 7) De student selecteert methodes en integreert methodische aspecten uit eigen en andere culturen op maat van klanten, teams en organisaties. Niveau 2: De student biedt met respect voor het theoretische denkkader methodes uit eigen en andere culturen aan op maat van klanten, teams en organisaties.
- GI 5.3 (DLR 2) De student ontwerpt en voert planmatig projecten uit. Niveau 2: De student ontwikkelt, onder (gradueel aflopende) begeleiding, de fasen bij het uitwerken van een project en brengt zo een project - met respect voor de planning – tot een goed einde.
Kerncompetentie 6 - implementeert organisatorische maatregelen omtrent gezondheid, veiligheid en milieu conform de wetgeving in functie van een kwaliteitsvol wellbeing- en vitaliteitsbeleid.
- GI 6.1 (DLR 6) De student maakt een verantwoorde keuze tussen de best beschikbare technieken en houdt daarbij rekening met de huidige wetgeving. Niveau 2: De student maakt, op basis van de huidige wetgeving, een keuze uit de best bruikbare technieken en organisatorische maatregelen op gezondheids-, veiligheids- en milieugebied onder technisch en economisch haalbare omstandigheden en geeft argumenten aan voor deze keuze aan het management.
- GI 6.2 (DLR 6) De student hanteert technologische toepassingen en houdt hierbij rekening met de privacywetgeving. Niveau 2: De student past, rekening houdend met de privacywetgeving, technologische toepassingen op maat toe.
Kerncompetentie 7 - analyseert vanuit een kritisch-onderzoekende houding topics en trends uit de internationale wellbeing-en vitaliteitssector en integreert deze professioneel in het eigen handelen.
- GI 7.1. (DLR 11) De student zet een wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar wellbeing en/of vitaliteit op. Niveau 2: De student zet onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord praktijkonderzoek naar wellbeing en/of vitaliteit op.
- GI 7.2. (DLR 11) De student volgt de nationale en internationale trends inzake het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement op. Niveau 2: De student gaat actief op zoek naar (inter)nationale trends binnen het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement.
Kerncompetentie 8 - stuurt op een efficiënte en proactieve wijze een team aan en werkt constructief multidisciplinair samen.
- GI 8.1 (DLR 9) De student functioneert op een goede manier in een team. Niveau 2: De student duidt de verschillende rollen in een team en neemt er, in een concrete situatie, bewust een aangepaste rol in op.
- GI 8.2 (DLR 9) De student werkt multidisciplinair samen. Niveau 2: De student verkent mensgerichte disciplines in het werkveld.
- GI 8.3. (DLR 8) De student stuurt een team aan. Niveau 2: De student schat de gevolgen van verschillende leiderschapsstijlen in voor de werking van een team.
Kerncompetentie 9 - reflecteert kritisch over eigen professioneel, ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen en stuurt het handelen op basis hiervan continu bij, rekening houdend met de beroepsdeontologie en de eigenheid van de organisatie.
- GI 9.1. (DLR 12) De student reflecteert kritisch over eigen professioneel handelen. Niveau 2: De student leert eigen sterke en zwakke punten kennen en heeft er aandacht voor bij eigen professioneel gedrag en handelen.
- GI 9.2. (DLR 12) De student reflecteert kritisch in relatie tot de basisregels van een organisatie en/of beroepsdeontologie. Niveau 2: De student vertoont zelf deontologisch en professioneel verantwoord gedrag.
- GI 9.3 (DLR 12) De student reflecteert kritisch en maatschappelijk verantwoord. Niveau 2: De student reflecteert kritisch en maakt bewust maatschappelijk verantwoorde keuzes voor zichzelf en de eigen klanten.
Voor OLA Onderzoeksvaardigheden 2:
Kerncompetentie 7 - analyseert vanuit een kritisch-onderzoekende houding topics en trends uit de internationale wellbeing-en vitaliteitssector en integreert deze professioneel in het eigen handelen.
- GI 7.1. (DLR 11) De student zet een wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar wellbeing en/of vitaliteit op. Niveau 2: De student zet onder begeleiding een wetenschappelijk verantwoord praktijkonderzoek naar wellbeing en/of vitaliteit op.
- GI 7.2. (DLR 11) De student volgt de nationale en internationale trends inzake het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement op. Niveau 2: De student gaat actief op zoek naar (inter)nationale trends binnen het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement.
Kerncompetentie 3 - communiceert vlot, zowel intern als extern, als mondeling en schriftelijk op een doelgerichte manier met diverse stakeholders in het Nederlands en in 2 vreemde talen.
- GI 3.2 (DLR 10) De student schrijft helder en gestructureerd in het Nederlands en noteert referenties correct. Niveau 2: De student maakt, onder begeleiding, een beknopt, goed gestructureerd en helder schriftelijk document in correct Nederlands met de passende lay-out en de juiste bronvermelding.
Begintermen
OLA Stage 1 kan in de 2de opleidingsfase aangevat worden, indien ook het OPO Intake, screening & advies + het OPO Marketing & projectmanagement van de 2de opleidingsfase opgenomen wordt in het ISP van het lopend academiejaar (of reeds eerder werd opgenomen).
Wie vrijstelling heeft op het opleidingsonderdeel Intake, screening & advies, krijgt een begeleiding op maat ter voorbereiding van OLA Stage 1.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
6 sp. Stage 1 (B-VIVZ-V53C15)
Inhoud
De OLA Stage 1 omvat het realiseren van een stage obv een stageplan dat bestaat uit een operationeel plan en een projectplan:
- Opmaak van het operationeel plan voor aanvang stage
- Realisatie van het operationeel werk met als doel de theorie concreet weten om te zetten in praktijk, zich te bekwamen in technieken en vaardigheden uit de opleiding maar ook zich te verdiepen in nieuwe technieken en vaardigheden - 80% van de stagetijd
- Opmaak van het projectplan voor aanvang stage
- Realisatie van het wellbeing- en/of vitaliteitsproject - 20% van de stagetijd
en dit in het leerbedrijf van de opleiding of in een extern stagebedrijf of -organisatie in binnen- of buitenland voor de duur van 5 weken - 2de semester.
Studiemateriaal
Volgend stagemateriaal:
- Verplancke, K (2024). Stagegids voor studenten, stagementor en stagebegeleiders. Kortrijk: VIVES HWB.
- Begeleidende leermodule voor studenten op Toledo Ultra (deadlines, documenten & sjablonen)
Toelichting onderwijstaal
Er wordt van de studenten verwacht dat ze klanten kunnen aanspreken in Frans en Engels, dat ze evenzeer Franse en Engelse teksten kunnen verwerken of interpreteren, dat ze specifieke mededelingen/fiches/folders ea. schriftelijk in Frans en Engels kunnen vertalen.
Toelichting werkvorm
Intervisie - Projectwerk - Vaardigheidstraining
Voor de OLA Stage 1 moeten de studenten kiezen uit een bestaande stageplaatslijst met externe organisaties (of het leerbedrijf) per afstudeerrichting. Indien studenten in het buitenland stage wensen te lopen, dienen zij zelf een organisatie in het buitenland te vinden én dit uiterlijk tegen 7 oktober 2024.
De stageduur bedraagt 5 weken van 38u, dus dient de student minstens 190u stage te lopen. De student kan gewettigd tot 1/5 van de stageduur afwezig zijn, nl. 152u. Indien de student gewettigd méér dan 1/5 afwezig is geweest op stage, dient de student extra uren stage te lopen in de 2de examenkans.
- De student neemt deel aan het dagelijkse, operationele werk - 80%
- In de opdracht ven het OPO Intake, screening & advies (1ste semester) heeft de student een projectvoorstel gedaan voor zijn/haar stageplaats op basis van de gesignaleerde behoeften en noden van de organisatie en in onderlinge communicatie met de stagementor. De student zal vanuit dit projectvoorstel een projectplan opstellen voor zijn/haar stageplaats wat als opdracht in het OPO Marketing & projectmanagement (1ste semester) wordt opgenomen. Het opgemaakte projectplan zal als leidraad dienen voor de realisatie van het project tijdens Stage 1. Dit geldt zowel voor stage in het leerbedrijf als stage in het binnen- of buitenland - 20%
- De student maakt een portfolio waarin ze het fasische verloop van hun project volstrekt weergeven.
- De studenten reflecteert op zijn/haar persoonlijke/professionele groei via 2 intervisies, individueel begeleidingsgesprek met stagebegeleider na tussentijdse evaluatie met stagebegeleider-stagementor, 1 reflectieopdracht en de eindevaluatie met student- stagementor- stagebegeleider.
Wijze van begeleiden door de stagebegeleider in Stage 1
- Voorafgaand in het 1ste semester zijn er 2-3 contactmomenter ter introductie op Stage + 3 coachingssessies gerealiseerd door 3de jaar studenten Coaching ifv persoonlijke en professionele groei
- Kort voor stage 1 is er een intervisiegesprek omtrent doelen, verwachtingen, communicatie, administratie en evaluatie met de stagebegeleider.
- In week 1 is er een telefonisch contact tussen stagebegeleider en stagementor.
- Na week 1 is er een mondelinge intervisie met stagebegeleider & stagiairs.
- In de helft van de periode volgt een tussentijds telefonisch gesprek tussen stagebegeleider en stagementor omtrent de grondhoudingen van de student. De stagementor heeft dit wel op voorhand doorgesproken met de student.
- Na de tussentijdse evaluatie (enkel met stagementor-stagebegeleider) volgt een individueel begeleidingsgesprek met de stagebegeleider.
- Na week 4 volgt feedback op de schriftelijke reflectieopdracht.
- Na week 5 volgt een eindevaluatiegesprek tussen stagebegeleider, stagementor en student omtrent de grondhoudingen maar ook de beroepscompetenties van de student. De stagementor en de student hebben de grondhoudingen reeds op voorhand doorgesproken. Daarnaast werden ook de beroepscompetenties door de student op voorhand geëvalueerd en met de stagementor besproken.
- Tenslotte eindigt Stage 1 met een intervisiegesprek omtrent stageplaats + functie/rol in het geheel, realisatie workshop en projectplan, sterktes en zwaktes van zichzelf, toekomstbeeld 3de jaar stage met de stagebegeleider en studenten.
Stage 1 kan in uitzonderlijke omstandigheden wijzigen naar een online vorm. De praktische modaliteiten omtrent de organisatie hiervan gebeurt in samenspraak met de student, de evt. betrokken organisatie, de docent en de hogeschool en kunnen per student(-engroep) - rekening houdend met uitzonderlijke omstandigheden - variëren. Uiteraard blijven de studiebelasting (aantal u) en de te bereiken doelstellingen voor elke student(-engroep) dezelfde.
2 sp. Onderzoeksvaardigheden 2 (B-VIVZ-V51C85)
Inhoud
In de OLA Onderzoeksvaardigheden 2 worden studenten ingeleid in de basisbouwstenen van wetenschappelijk onderzoek. Het vak bouwt verder op Onderzoeksvaardigheden 1 uit het eerste jaar.
De volgende topics zullen worden behandeld:
- Kwantitatief onderzoek via enquêtes (Handboek hoofdstuk 4)
- Data-analyse in kwantitatief onderzoek (frequentietabellen, grafieken, centrum- en spreidingsmaten, ...) (Handboek hoofdstuk 5)
- Kwalitatief onderzoek via interviews en focusgroepen (Handboek hoofdstuk 6)
- Data-analyse in kwalitatief onderzoek (Handboek hoofdstuk 7)
Studiemateriaal
Verplicht studiemateriaal:
Neckebroeck, C., Verstraeten, I. & Verhaeghe, M. (2023). Onderzoeksvaardigheden. Voor onderwijs, zorg en welzijn. Berchem: de boeck. ISBN 978-94-641-7785-5 (binnen de opleiding te gebruiken voor 3 jaar)
Pollefliet, L. (2022) Scoren met je scriptie, Owl Press. ISBN: 9789463937276 (binnen de opleiding te gebruiken voor 3 jaar)
- Eigen notities uit de les
- Toledo community met PowerPoint en bijkomende teksten
- Toledo community van de bib: VIVES Tutorial
Toelichting onderwijstaal
Studenten dienen in staat te zijn om Engelstalige bronnen (en eventueel ook Franstalige bronnen) rond de topics van hun opleiding te lezen en te interpreteren.
Toelichting werkvorm
De theorie wordt gegeven aan de hand van een PowerPoint en wordt toegelicht met voorbeelden.
De opdracht omtrent de literatuur wordt gegeven tijdens de les. Er wordt dan ook verwacht dat de studenten iedere les aanwezig zijn omdat er les na les verdere info gegeven wordt in het kader van de literatuurstudie.
In uitzonderlijke omstandigheden kan/kunnen (een deel van) de contactmomenten op de campus vervangen worden door online onderwijs, supervisie en/of opdrachten. De praktische modaliteiten omtrent de organisatie hiervan gebeurt in samenspraak met de student, de docent en de hogeschool en kunnen per student(-engroep) - rekening houdend met uitzonderlijke omstandigheden - variëren. Uiteraard blijven de studiebelasting (aantal u) en de te bereiken doelstellingen voor elke student(-engroep) dezelfde.
Evaluatieactiviteiten
Praktijktraining 2 (B-VIVZ-V82798)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
V51C85 - Onderzoeksvaardigheden 2 | 1-20/20 puntenschaal |
V53C15 - Stage 1 | 1-20/20 puntenschaal |
Voor de OLA Stage 1:
Het totaalpunt wordt bepaald door de scores op volgende onderdelen:
- EVO 1 - Logboeken (5%) + schriftelijke reflectieopdracht (10%) - 15%
- EVO 2 - Tussentijdse evaluatie - 30%
- EVO 3 - Portfolio project - 20%
- EVO 4 - Eindevaluatie - 35% --> De student dient 70% van de kerncompetenties niveau 2 te behalen om te slagen op EVO 4.
Wanneer de student wegens ziekte of overmacht geen stage kan lopen, contacteert hij/zij onmiddellijk (dit wil zeggen: op de dag van afwezigheid én vóór 9u30) zowel het secretariaat van de hogeschool, de stagementor als de stagebegeleider.
Doktersattesten bezorgt de student steeds achteraf aan de studietrajectbegeleider. Bij een afwezigheid van méér dan 2 dagen neemt de student contact op met de stagecoördinator. Dan worden afspraken gemaakt om de gemiste stagedagen in te halen.
Indien de student wegens ziekte of andere reden méér dan 1/5 van de stageduur of dus minder dan 152u stage heeft gelopen, kan hij/zij in de 1ste examenkans niet meer slagen voor stage. In overleg met de stagebegeleider en de stagecoördinator wordt dan gekeken hoe de 2de examenkans kan opgevat te worden.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de voorziene stagevorm vervangen worden door een online vorm.
Voor de OLA Onderzoeksvaardigheden 2 bestaat de evaluatie uit een schriftelijk examen en een literatuuropdracht:
- EVO 1 - Een gesloten boek, schriftelijk examen tijdens de examenperiode. 75% van de punten wordt schriftelijk geëvalueerd. Het schriftelijke examen bevat een combinatie van open, gesloten en meerkeuzevragen. Voor de meerkeuzevragen wordt een hogere cesuur van 62,5% toegepast.
- EVO 2 - Studenten worden verwacht een beperkte literatuuropdracht te maken, waarin ze aantonen dat ze een vijftal artikels in een vreemde taal (Frans of Engels) kunnen interpreteren en parafraseren in functie van een onderzoeksvraag/-thema dat onderzocht wordt in het OPO Intake, Screening en Advies. De opdracht hiervoor wordt in de les gegeven en op Toledo geplaatst. Het geheel staat op 25% van de punten. De opdracht wordt geëvalueerd aan de hand van een rubric die op Toledo geplaatst zal worden. Indien de opdracht te laat wordt ingediend, wordt de opdracht gequoteerd op maximaal 50% van de punten. Indien de opdracht meer dan 2 dagen te laat wordt ingediend, krijgt de student een 0 voor de opdracht. Er wordt een rubric voorzien voor de evaluatie van de literatuuropdracht. Indien minstens 2 van de criteria in de rubric met een 0 worden beoordeeld, verliest de student 1 punt van de eindbeoordeling op de OLA Stage 1.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de voorziene evaluatievorm vervangen worden door een online schriftelijk open boek examen.
Toelichting bij herkansen
Binnen dit opleidingsonderdeel zijn er deeloverdrachten bij een geslaagd deelresultaat:
- V51C85 - Onderzoeksvaardigheden 2 (binnen en over academiejaar)
- V53C15 - Stage 1 (binnen en over academiejaar)
Voor de OLA Stage 1 zijn de modaliteiten voor de tweede examenkans de volgende:
De student die tijdens de voorziene stageperiode niet aan de stageverplichtingen (attitudes die te wensen over laten, deadlines niet respecteren, documenten niet of laattijdig indienen, onvoldoende uren presteren) voldoet krijgt automatisch een onvoldoende, ontolereerbare score en wordt doorverwezen naar de tweede examenkans. Hij/zij voert een stage van 5 weken op dezelfde stageplaats uit, op voorwaarde dat dit haalbaar is voor de student én het stagebedrijf of -organisatie. Dit kan besproken worden met de studietrajectbegeleider/stagebegeleider/stagecoördinator.
De student die niet slaagt voor de OLA Stage 1, kan een tweede examenkans opnemen:
- De student, die de volledige periode doorlopen heeft tijdens de eerste examenkans en niet slaagde op 3 of alle EVO's, voert tijdens de tweede examenkans opnieuw 5 weken uit op dezelfde werkplek, op voorwaarde dat dit haalbaar is voor student én organisatie. Dit kan besproken worden met de studietrajectbegeleider/stagebegeleider/stagecoördinator.
- De student, die de volledige periode doorlopen heeft tijdens de eerste examenkans en niet slaagde op 2 of slechts 1 EVO, dient deze EVO's opnieuw op te nemen. Afhankelijk van welke EVO's onvoldoende waren, kan een gedeelte hernomen worden. Dit kan een (deel van) de fysieke stage zijn of de rapportering ervan of beiden. Dit wordt op het feedbackmoment door de student met de stagebegeleider/stagecoördinator besproken.
In het geval dat de stageplaats in gebreke bleef of niet doeltreffend genoeg was ifv de afstudeerrichting tijdens de eerste examenkans, kunnen de stagecoördinator/stagebegeleider toestemming geven om de 3 tot 5 weken uit te voeren in een ander stagebedrijf of - organisatie..
De student, die niet de volledige periode doorlopen heeft tijdens de eerste examenkans wegens wettige redenen (minder dan 152u), legt tijdens de tweede examenkans een specifiek en individueel bepaald aantal stagedagen af in juli en/of augustus, op voorwaarde dat dit haalbaar is voor student én organisatie.
Na overleg en goedkeuring met de studietrajectbegeleider/stagebegeleider/stagecoördinator kan ook een andere periode voorgesteld worden.
Het totaalpunt wordt bij een volledige herkansing of bij een herkansing van de fysieke stage bepaald door de scores op volgende onderdelen:
- EVO 1 - Logboeken + schriftelijke reflectieopdracht - 20%
- EVO 2 - Portfolio project - 35%
- EVO 3 - Eindevaluatie - 45% --> De student dient 70% van de kerncompetenties niveau 2 te behalen om te slagen op EVO 3.
Enkel als de student in de 2de examenkans EVO 1 & EVO 3 uit de 1ste examenkans moet overdoen, is er deeloverdracht voor EVO 2 en EVO 4 uit de 1ste examenkans (de evaluatiecriteria van de 1ste examenkans worden dan ingezet).
In uitzonderlijke omstandigheden kan de voorziene stagevorm vervangen worden door een online vorm.
Voor het OLA Onderzoeksvaardigheden zijn de modaliteiten voor tweede zit de volgende:
- Er wordt enkel een schriftelijk, gesloten boek examen georganiseerd.
In uitzonderlijke omstandigheden kan de voorziene evaluatievorm vervangen worden door een online schriftelijk open boek examen.