Active Ageing (MW) (B-VIVZ-V33C37)
Doelstellingen
De PBA Wellbeing en Vitaliteitsmanagement ...
Kerncompetentie 3 - communiceert vlot, zowel intern als extern, als mondeling en schriftelijk op een doelgerichte manier met diverse stakeholders in het Nederlands en in 2 vreemde talen.
- GI 3.1 (DLR 10) De student spreekt in het Nederlands op een heldere en gestructureerde manier. Niveau 3: De student spreekt helder en gestructureerd in het Nederlands en gebruikt in een gepast taalregister de juiste strategieën, hulpmiddelen en kanalen voor een kwaliteitsvolle mondelinge communicatie. De student houdt een heldere, goed gestructureerde presentatie in correct Nederlands voor een groep externe experten of klanten.
Kerncompetentie 4 - sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties inzake wellbeing en vitaliteit op holistische wijze en neemt hierbij zelf een voorbeeldfunctie op.
- GI 4.1 (DLR 1) De student sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties tot wellbeing en vitaliteit vanuit een kennis omtrent de bouw en de werking van het menselijk lichaam. Niveau 3: De student past zijn kennis en inzichten toe over het functioneren van het menselijk lichaam in toepassingen gericht op het ontwikkelen van wellbeing en vitaliteit, zowel bij een lichaam in goede gezondheid als bij een lichaam waar ziekte en/of beperkingen aanwezig zijn.
- GI 4.5 (DLR 8) De student sensibiliseert, informeert en adviseert klanten, teams en organisaties tot een gezonde en actieve levensstijl. Niveau 3: De student coacht medewerkers bij het ontwikkelen van een gezonde en actieve levensstijl en motiveert hen om klanten te sensibiliseren tot een gezonde en actieve levensstijl.
- GI 4.6 (DLR 8) De student sensibiliseert en informeert klanten/teams over de gevolgen van stress en adviseert hen tot het nastreven van een evenwichtige levensstijl. Niveau 3: De student krijgt inzicht in de effecten van het stressmechanisme bij klanten/teams en sensibiliseert vanuit eigen ervaringen klanten/teams om een evenwichtige levensstijl te ontwikkelen.
Kerncompetentie 5 - plant en begeleidt autonoom en systematisch wellbeing- en vitaliteitstrajecten en/of -projecten op maat van klanten, teams en organisaties en werkt hierbij methodisch, oplossingsgericht en zelfsturend.
- GI 5.1 (DLR 5) De student is in staat klanten op een persoonlijke, individuele en gastvrije wijze te ontvangen en te begeleiden. Niveau 3: De student overtuigt medewerkers/team om klanten gastvrij en professioneel te ontvangen en te begeleiden.
- GI 5.2 (DLR 7) De student selecteert methodes en integreert methodische aspecten uit eigen en andere culturen op maat van klanten, teams en organisaties. Niveau 3: De student vergelijkt verschillende methodes uit eigen en andere culturen, maakt er een bewuste keuze uit of voegt aspecten uit die verschillende methodes samen tot een nieuw geheel om bij begeleiding te voldoen aan de noden en behoeften van klanten, teams en organisaties.
- GI 5.3 (DLR 2) De student ontwerpt en voert planmatig projecten uit. Niveau 3: De student construeert zelfstandig een realistisch projectplan in functie van een project, realiseert zelfstandig de concrete vertaalslag ervan en brengt deze zo tot een goed einde.
Kerncompetentie 7 - analyseert vanuit een kritisch-onderzoekende houding topics en trends uit de internationale wellbeing-en vitaliteitssector en integreert deze professioneel in het eigen handelen.
- GI 7.1. (DLR 11) De student zet een wetenschappelijk verantwoord onderzoek naar wellbeing en/of vitaliteit op. Niveau 1: De student benoemt de verschillende facetten en fases van een wetenschappelijk verantwoord onderzoek.
- GI 7.2. (DLR 11) De student volgt de nationale en internationale trends inzake het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement op. Niveau 2: De student gaat actief op zoek naar (inter)nationale trends binnen het domein van het wellbeing- en vitaliteitsmanagement.
Begintermen
Notie van de bouw en werking van het menselijk lichaam, onderzoeksvaardigheden, presentatievaardigheden zijn nuttige competenties voor het volgen van dit opleidingsonderdeel.
Identieke opleidingsonderdelen
Dit opleidingsonderdeel is identiek aan de volgende opleidingsonderdelen:
V34C15 : Active Ageing
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor in het wellbeing- en vitaliteitsmanagement (Afstudeerrichting care en vitaliteitsmanagement) 180 sp.
Onderwijsleeractiviteiten
3 sp. Active Ageing (B-VIVZ-V53C37)
Inhoud
Active Ageing (WHO, 2012) behandelt vanuit diverse perspectieven hoe ouderen zo lang mogelijk een kwaliteitsvol leven kunnen leiden. De link tussen het positief gezondheidsmodel (Huber) en de vier pijlers (body/mind/move/food) van de opleiding Wellbeing en Vitaliteit vormt een constante rode draad in de diverse opleidingsonderdelen. Enkele opleidingsonderdelen zijn: demografische gegevens wat betreft het verouderende wereldbevolking en de gevolgen ervan op arbeidseconomisch niveau en op de gezondheidszorg, gerontologische beschouwingen rond verouderen en longevity, de nood aan fysieke activiteit als preventie van cognitieve stoornissen/ valincidentie (LIFE-studie) en als therapie bij sarcopenie, de determinanten van het Active-Ageing-concept en de specifieke determinanten voor de woonzorgcentra, de gerotranscendentie als verouderingstheorie, de LIFEME-pijlers, de verouderingsprocessen en mogelijke interventies, kwetsbaarheid bij ouderen en belang van orale hygiëne.
Kerndoelen: inhoudelijk expert
- De student beheerst de Active Ageing-inzichten
- De student is vaardig in het delen van de Active Ageing-inzichten naar experten en cliënten
- De student is vaardig in het delen van inzichten rond longevity naar experten en cliënten
Volgende themata komen aan bod:
1. Active ageing-concept: historiek, algemene determinanten en specifieke determinanten in de residentiele zorg
2. Demografie van de verouderende bevolking en effecten op diverse niveaus in de samenleving: kwetsbaarheid, arbeidseconomisch, gezondheidseconomisch ...
3. Gerontologische aspecten van het verouderingsproces: normaal verouderen, biologische aspecten, verouderingstheorieën, oorzaken van verouderen en mogelijke interventies om het verouderen te vertragen, focus op sarcopenie en valincidentie, orale hygiëne, ...
4. Wetenschappelijk onderzoek rond verouderen en longevity: Life-studie, Dunedin-studie, Wadensten & Carlsson-studie, Finger-studie, Baert-studie, concept Hallmarks of ageing, ...
5. Gezonde levensstijl versus verouderen
Studiemateriaal
Verplicht leermateriaal:
- Handouts powerpoints
- Powerpoints
- Wetenschappelijke artikels
- boek: Elk jaar jonger (Reginald Deschepper) - Lannoo - ISBN 9789401484473
Toelichting werkvorm
Groepsopdracht - Projectwerk
Volgende werkvormen:
- Hoorcolleges
- Opdracht - organisatie van Active Ageing-workshop in leerbedrijf voor 65-plussers
Evaluatieactiviteiten
Active Ageing (B-VIVZ-V83771)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
V53C37 - Active Ageing | 1-20/20 puntenschaal |
Het OPO Active ageing wordt als volgt geëvalueerd:
- EVO 1 - Mondeling examen: 4 vragen met dezelfde weging worden schriftelijk voorbereid gevolgd door mondelinge verduidelijking - bijvragen kunnen gesteld worden - 80 %
- EVO 2 - Presentatie - 20 %
In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de voorziene evaluatieactiviteiten vervangen worden door een online evaluatie op afstand.
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Andere modaliteit:
- EVO 1 - Mondeling examen: 4 vragen met dezelfde weging worden schriftelijk voorbereid gevolgd door mondelinge verduidelijking - bijvragen kunnen gesteld worden - 80 %
- EVO 2 - Deeloverdracht uit het 1ste semester van de praktijkopdracht - 20 %
Voor de eindscore wordt de score uit EVO 1 toegevoegd aan het reeds behaalde punt voor EVO 2.
In uitzonderlijke omstandigheden kunnen de voorziene evaluatieactiviteiten vervangen worden door een online evaluatie op afstand.