Doelstellingen
Aan het einde van dit opleidingsonderdeel is de student in staat om :
- De noodzakeljike administratieve en organisatorische vaardigheden te beheersen
- Te kunnen samenwerken, in team, binnen een organisatie en in netwerken van organisaties
- Zijn professionele deskundigheid verder te kunnen ontwikkelen.
- Informatie te kunnen verwerven en verwerken
Vertaald naar de domeinspecifieke leerresultaten, pogen wij met dit opleidingonderdeel bewustzijn, inzicht en toepassing van volgende DLR's na te streven:
* De PBa sociaal werk hanteert de mensenrechten en sociale rechtvaardigheid als centrale maatstaven voor zijn handelen. Hij kan dit handelen verantwoorden aan de hand van een ethisch discours. Hij is zich daarbij steeds bewust van zijn positie.
Contact leggen en oriënteren
De PBa sociaal werk legt en onderhoudt authentieke contacten en realiseert een professionele relatie met belanghebbenden in hun sociale context.
De PBa sociaal werk hanteert verbale en non-verbale communicatie- en interactievormen, aangepast aan de aard van de sociaal-agogische processen.
De PBa sociaal werk maakt een inschatting door in dialoog te treden met de belanghebbenden, inzicht te ontwikkelen in hun functioneren (als individu/groep, in relatie tot anderen en in de maatschappelijke context) en een breed geheel van bronnen te consulteren en te interpreteren.
Stimuleren tot zelfontwikkeling
De PBa sociaal werk onderzoekt de mogelijkheden van de belanghebbenden (als individu/groep, in relatie tot anderen en in de maatschappelijke context), met het oog op een systematische benadering van de situatie.
De PBa sociaal werk stimuleert en ondersteunt de belanghebbenden bij het (h)erkennen en aanpakken van noden en verwachtingen en bij het ontwikkelen van talenten, rekening houdend met hun draagkracht.
Sociaal-agogische expertise inbrengen
De PBa sociaal werk informeert de belanghebbenden over relevante regelgeving en gidst hen naar geschikte organisaties, diensten en initiatieven.
De PBa sociaal werk ontwerpt en begeleidt sociaal- agogische processen, ook in niet-vertrouwde, complexe situaties. Hij wendt hiervoor zijn kennis, methodische vaardigheden en relevante onderzoeksresultaten op een effectieve en innovatieve wijze aan.
Vermaatschappelijken
De PBa sociaal werk neemt een signaalfunctie op en zet stappen om verandering op gang te brengen. Hiertoe analyseert hij kritisch maatschappelijke en internationale ontwikkelingen en uitdagingen en duidt deze aan de hand van relevante kennis, bronnen en onderzoeksresultaten.
De PBa sociaal werk helpt de belanghebbenden verbinden met de samenleving en omgekeerd.
De PBa sociaal werk gaat actief op zoek naar en stimuleert de vorming van netwerken en krachtige verbanden om duurzaam en inclusief samenleven te bevorderen.
Professioneel werken en ontwikkelen
De PBa sociaal werk handelt autonoom, in dialoog met de belanghebbenden, interdisciplinair en multidisciplinair met andere professionals in een netwerk van organisaties.
De PBa sociaal werk werkt op een constructief- kritische manier samen in een team en de organisatie. Hij denkt actief mee na over beleid, doelstellingen en beheer van de organisatie, levert een bijdrage aan de uitvoering ervan en neemt daarvoor de verantwoordelijkheid op.
De PBa sociaal werk reflecteert over en werkt aan professionalisering van zijn eigen functioneren in een (inter)nationale beroepscontext.
De PBa sociaal werk draagt actief bij tot kennis- en expertise-uitwisseling, praktijkonderzoek en kwaliteitsontwikkeling in het sociaal werk.
Begintermen
Het wordt ten sterkste aangeraden dat de student eerst voldoende theoretische vakken , de basismethodieken + SOVA gevolgd heeft vooraleer hij start met de verkenningsstage.
Plaats in het onderwijsaanbod
- Bachelor sociaal werk via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Maatschappelijk werk) 180 sp.
- Bachelor sociaal werk via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Maatschappelijke advisering) 180 sp.
- Bachelor sociaal werk via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Personeelswerk) 180 sp.
- Bachelor sociaal werk via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Sociaal-cultureel werk) 180 sp.
- Bachelor sociaal werk verkorte leerroute na bachelor of master via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Maatschappelijk werk) 122 sp.
- Bachelor sociaal werk verkorte leerroute na bachelor of master via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Maatschappelijke advisering) 122 sp.
- Bachelor sociaal werk verkorte leerroute na bachelor of master via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Personeelswerk) 122 sp.
- Bachelor sociaal werk verkorte leerroute na bachelor of master via afstandsonderwijs (Kortrijk) (Afstudeerrichting Sociaal-cultureel werk) 122 sp.
Toleranties
Dit opleidingsonderdeel is niet tolereerbaar in de onderstaande opleiding(en):
Onderwijsleeractiviteiten
9 sp. Verkenningsstage (B-VIVZ-V5F172)
Inhoud
De stage duurt zeven weken (9 studiepunten). De stage is een leerproces waarbij de student de kans krijgt om het beroep en de ermee verbonden competenties van de professionele Bachelor Sociaal werk te leren.
Tijdens een introductiegesprek worden in overleg met de student, de werk- en de stagebegeleider de taken die de student op de stageplaats uitvoert, vastgelegd.
De student houdt een stagedagboek bij en maakt een organisatieanalyse.
Halfweg de stage vindt een tussentijds gesprek plaats. De student bereidt dit voor door middel van een tussentijds verslag.
Studiemateriaal
Stagehandleiding
Toelichting werkvorm
Begeleide stage
In de stage zijn drie actoren betrokken: de student, de werkbegeleider en de stagebegeleider.
In de begeleiding wordt een onderscheid gemaakt tussen de begeleiding op de stageplaats: de werkbegeleiding; en de begeleiding vanuit de school: de stagebegeleiding. Zowel de werk- als de stagebegeleider hebben een specifieke verantwoordelijkheid. Beiden vullen mekaar aan.
De student
De student is de centrale figuur. Hij is diegene die leert en hij is verantwoordelijk voor zijn leerproces. Zelfsturend leren staat hierbij centraal. Het is belangrijk dat de student zich bewust is van zijn leerproces, dit zelf in handen neemt en waar nodig bijstuurt.
Het leerproces start bij de concrete taken en opdrachten die de student opneemt in overleg met de werk- en stagebegeleider. Deze worden in functie van de stage (verkenning of bekwaming) en de mogelijkheden van de student afgebakend.
Leren op stage is een situationeel leren, gekoppeld aan de concrete realiteit van de stageplaats. De student leert niet alleen vanuit deze ervaring maar leert ook de transfer te maken naar andere situaties en andere werkcontexten.
Leren uit ervaring ontstaat door ervaring op te doen en deze reflectief te verbinden met en te integreren in de reeds aanwezige kennis. Om de student alle kansen te bieden, dient de stageperiode voldoende lang te duren. Leren vraagt immers tijd.
Om vorm te geven aan dit zelfsturend leren heeft de student verschillende handvatten: de stagehandleiding, supervisieopdrachten, de supervisies, de evaluatiemomenten en de feedbackmomenten met de werkbegeleider.
De werkbegeleider
De werkbegeleider wordt in overleg met de school aangeduid. Dit waarborgt éénduidige afspraken en geeft duidelijkheid.
De werkbegeleider zorgt ervoor dat de student zijn plaats vindt in de dienst, geeft concrete opdrachten en volgt de uitvoering en het resultaat op.
De stagebegeleider
De stagebegeleider is diegene die vanuit de school de student begeleidt.
Overleg tussen de drie actoren
Om de begeleiding optimaal te laten verlopen, zijn er tussen de drie actoren verschillende contacten voorzien.
Evaluatieactiviteiten
Verkenningsstage (B-VIVZ-V71485)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
De stage wordt afgerond met een eindevaluatie. Daarbij zijn de student, de werkbegeleider en de stagebegeleider aanwezig.
De student bereidt deze evaluatie schriftelijk voor aan de hand van een eindevaluatieverslag.
De stage wordt gequoteerd op 20 punten. De verantwoordelijkheid hiervoor berust bij de stagebegeleider. De werkbegeleider geeft een niet bindend advies.
De uiteindelijke quotatie wordt bepaald in overleg met het team van de afstudeerrichting en wordt pas definitief na deliberatie door de examencommissie.
Indien blijkt dat de student voor één DLR onvoldoende scoort, waarbij dit tekort fundamenteel is, dan kan dit lijden tot een globaal onvoldoende. Een student moet op elke DLR voldoende scoren.
Toelichting bij herkansen
Er is geen tweede examenkans.
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.