Praktijkervaring en reflectie (B-VIVZ-V3F527)
Doelstellingen
Dit OPO heeft tot doel om je als mens te laten groeien in het begrijpen van en het omgaan met je relaties. Een sociaal werker is immers een ‘relatie-werker’. De professionele relatie sociaal werker – cliënt/doelgroep is pas zinvol wanneer deze is ingebed in een menselijke relatie. Doorheen het professioneel contact is er een ontmoeting tussen twee en/ of meerdere mensen, elk met hun verhaal. In dit OPO willen we stilstaan bij jouw verhaal, en vanuit dit verhaal gaan nadenken over de vraag : wie ben ik als toekomstig sociaal werker? ; waar zitten mijn kansen en troeven? ; waar zitten mogelijke valkuilen?. Aan de hand van reflectie-oefeningen maken we de koppeling tussen ervaringen in de praktijk en theoretische kaders die binnen de opleiding worden aangeboden.
Wij baseren ons hierbij op een aantal ‘domeinspecifieke leerresulaten’ (DLR’s).
DLR 1 staat centraal. Dit betekent dat alle DLR’s steeds in verbinding staan met deze centrale DLR
DLR 1: De PBa sociaal werk hanteert de mensenrechten en sociale rechtvaardigheid als maatstaven en perspectieven voor zijn handelen. Hij kan zijn handelen verantwoorden aan de hand van een beroepsethisch discours. Hij is zich daarbij steeds bewust van zijn positie.
Cluster contact leggen en oriënteren
DLR 2: De PBa sociaal werk legt en onderhoudt authentieke contacten (en realiseert een professionele relatie) met belanghebbenden in hun sociale context;
DLR 3: De PBa sociaal werk hanteert verbale en non-verbale communicatie- en interactievormen, aangepast aan de aard van de sociaal agogische processen;
Cluster professioneel werken en ontwikkelen
DLR 13: De PBa sociaal werk werkt op een constructief-kritische manier samen in een team en de organisatie. (Hij denkt actief mee na over beleid, doelstellingen en beheer van de organisatie, levert een bijdragen aan de uitvoering ervan en neemt daarvoor de verantwoordelijkheid op);
DLR 14: De PBa sociaal werk reflecteert over zijn functioneren en werkt aan zijn verdere professionalisering in een (inter)nationale beroepscontext, met oog voor zelfzorg.
noot : de stukken van de DLR die tussen haakjes staan zijn nog geen doelstelling in dit vak!!
Begintermen
Het is aan te raden om volgende OPO’s voorafgaand (of gelijktijdig) te volgen :
-OPO ‘Sociale Instituties’ (V3F526)
-OPO ‘Inleiding Sociaal Werk’ (V3F525)
-OPO ‘Sociale Vaardigheden’ (V3F322)
Kennis van de inhouden uit deze OPO’s bevordert het komen tot degelijke reflecties op de eigen praktijkervaring.
Plaats in het onderwijsaanbod
Onderwijsleeractiviteiten
4 sp. Praktijkervaring en reflectie (B-VIVZ-V5F527)
Inhoud
In eerste instantie doe je vanuit de positie van ‘vrijwilliger’ praktijkervaring op in een organisatie binnen het sociaal-agogische werkveld.
Daarnaast kom je via gesprekken/interviews in contact met inspirerende basiswerkers uit het werkveld van het Sociaal Werk. De indrukken tijdens deze contacten, en het overleg hieromtrent met je medestudenten/docent, vormen de basis voor reflectie over jouw functioneren in de praktijk en in relatie tot het beroep Sociaal Werker (DLR’s).
Studiemateriaal
-De studiewijzer
-'Achtergrond -en opdrachtenbundel ', 2022-2023 - te koop via de webshop
-De praktijkervaringen van de studenten vormen de vertrekbasis voor de reflectie.
-Twee interviews met een actieve sociaal werker
Toelichting onderwijstaal
Nederlands
Toelichting werkvorm
1.De praktijkervaring
Je engageert je vanuit de positie van ‘vrijwilliger’ binnen een organisatie binnen het sociaal-agogisch werkveld. Zo start je verhaal als sociaal werker op laagdrempelige wijze. We verwachten dat iedereen minimaal 40 uren praktijkervaring[1] als ‘vrijwilliger’ uitvoert, gespreid over het academiejaar (meer details over deadline : zie studiewijzer + 'Achtergrond en opdrachtenbundel')
Je zal de praktijkervaringen nodig hebben om tussentijds opdrachten uit te voeren. Probeer dus je inzet in de praktijk zo te spreiden dat je ook tijdens de eerste maanden reeds ervaringen kunt opdoen. Zonder deze ervaringen zal je immers in de problemen komen met je reflectie-opdrachten.
Je gaat zelf op zoek naar een organisatie waarin je je praktijkervaring als ‘vrijwilliger' kan opdoen. Deze organisatie moet aan onderstaande voorwaarden voldoen:
- Binnen de organisatie zijn mensen met een sociaal-agogisch diploma actief
- Tijdens de praktijkervaring kom je in contact met mensen uit de doelgroep van het Sociaal Werk.
- Er is geen rechtstreeks familielid van je (vader, moeder, echtgenoot…) die een leidinggevende functie uitvoert binnen de organisatie.
[1] Heel wat organisaties verwachten een inzet met meer continuïteit dan enkel de éénmalige 40 uur. Hou rekening met de wensen van de organisatie en pas je daar zo nodig aan aan!
Meer info en instructies : zie studiewijzer
2. De ‘live’ contactmomenten
Doorheen dit OPO kennen we twee groepsbijeenkomsten en één individueel contactmoment met de docent.
Eerste contactmoment in groep : introductie in het vak
Aanwezigheid : sterk aan te raden, maar niet verplicht. Slides van het contactmoment zijn terug te vinden op Toledo.
Tweede contactmoment in groep : bespreken van en reflecteren over ervaringen uit de praktijk
Aanwezigheid : VERPLICHT!
Derde contactmoment : individueel gesprek met de docent
Aanwezigheid : VERPLICHT
Data contactmomenten : zie jaarkalender
Specifieke werkwijze en voorbereiding van contactmomenten : zie Toledo
3. De virtuele contactmomenten
Het betreft hier uitwisseling van ervarings-en reflectiemateriaal met medestudenten en docent via een nog nader te bepalen digitaal kanaal.
Instructies hierover : zie studiewijzer + 'Achtergrond-en opdrachtenbundel'
4. Gesprek met een actieve sociaal werker
Het is de bedoeling dat je tussen 01/10 en 15/04 met minimum twee actieve sociaal werkers in gesprek gaat omtrent hun job.
Plan minstens één gesprek voor live contactmoment 2!
Deze gesprekken moeten jou mee ondersteunen om de doelstellingen voor dit vak te realiseren.
Voorwaarden waaraan de sociaal werker moet voldoen
-minimum twee jaar praktijkervaring hebben als sociaal werker
-bereid zijn om (een deel van ) z’n professioneel verhaal met jou te delen
Instructies ter voorbereiding van deze gesprekken : zie studiewijzer
5. Het reflectieschrift
Dit OPO wil je aan het denken zetten over jezelf als toekomstige sociaal werker. We geven je, weliswaar vrijblijvend, de tip om in functie hiervan te werken met een ‘reflectieschrift’ of een ander instrument om je gedachten en hersenspinsels op te schrijven, te bewaren, én te gebruiken in functie van je opdrachten voor dit vak.
Beschouw het als een soort ‘ervaringsdagboek’ gelinkt aan dit OPO, dat jou kan helpen om te leren uit je ervaringen.
Het schrift zal nooit opgevraagd of gecontroleerd worden. Dit is eigen werkmateriaal.
Evaluatieactiviteiten
Praktijkervaring en reflectie (B-VIVZ-V80693)
Toelichting
Examenmoment | Beoordelingsschaal |
---|---|
TOTAAL | 1-20/20 puntenschaal |
Het vak ‘Praktijkervaring en reflectie’ wordt permanent geëvalueerd. Dit betekent dat alle activiteiten in het kader van dit vak gezamenlijk een rol spelen in de beoordeling. Geen enkele opdracht staat op zich ‘apart’ op punten. Bij de evaluatie wordt het geheel van activiteiten van de student bekeken, tegen de achtergrond van de te behalen DLR’s. De centrale vraag bij beoordeling van de student is : heeft deze student in voldoende mate de vooropgestelde DLR’s gerealiseerd om te kunnen starten aan een verkenningsstage sociaal werk?
Het spreekt voor zich dat het beantwoorden van bovenstaande vraag nooit een ‘wiskundige optelsom’ kan zijn, maar veeleer een deskundige ‘afweging’ is van verschillende elementen.
Om het proces van evaluatie voor de student zo transparant mogelijk te maken, geven wij hieronder weer welke elementen wij in deze afweging bekijken en welke criteria ons daarbij leiden.
De volgende elementen worden bekeken in het evaluatieproces :
Aanwezigheid op de praktijkplaats (= voorwaarde om te kunnen slagen!)
Heeft de student tijdig een praktijkplaats gevonden?
Heeft de student de 40u praktijkervaring als vrijwilliger gepresteerd?
Werd het formulier praktijkervaring tijdig ondertekend terugbezorgd aan de docent?
Hoe heeft de contactpersoon van de praktijkplaats de aanwezigheid van de student beoordeeld?
Leerproces met zorg in handen nemen. Dit betekent dat :
de student zorgvuldig nadenkt over de praktijkervaring en dit denkproces deelt met de medestudenten en de docent
de student verbanden legt tussen zijn praktijkervaring en andere geziene theoretische kaders in de opleiding
de student zich lerend en constructief opstelt (openstaan voor feedback van medestudenten, mensen uit het werkveld, de docent…)
de student een ondersteunende houding aanneemt ten aanzien van de medestudenten (actief luisteren naar inbreng van medestudenten, meedenken over hun inbreng/vragen....)
de student blijk geeft van een filosofische grondhouding. Dit betekent dat je een visie hebt, maar dat je ook actief op zoek gaat naar tegenargumenten. Je staat open voor argumenten van anderen en bent in principe bereid je mening bij te stellen als daar goede redenen voor zijn. Je bent bereid om goed te luisteren, te leren van andere opvattingen en kritische vragen te stellen.
de student grondig reflecteert over het contactmoment/de gesprekken met sociaal werkers/de ervaringen als vrijwilliger… en hierbij het verband legt met zijn eigen achtergrond en hoe deze van invloed is op zijn toekomstige rol als sociaal werker
de student is stipt aanwezig op het live contactmoment en op het individueel contact met de docent.
de student alle opdrachten tijdig en conform de afspraken met de docent indient
Toelichting bij herkansen
Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.
Een tweede examenkans is enkel mogelijk onder volgende voorwaarden :
de student nam deel aan het volledig traject van dit opleidingsonderdeel (live contactmoment, uitvoeren praktijkervaring, interview sociaal werkers, individueel gesprek met docent….)
de tekorten zijn partieel en remedieerbaar zonder externe begeleiding