Bachelorproef (B-VIVZ-V3F556)

12 studiepuntenNederlands16 urenBeide semestersBeide semesters
Hofman Elien (coördinator) |  Hofman Elien |  N.
VIVES Z POC PBA Orthopedagogie

Via de bachelorproef willen we inzetten op verschillende competenties:

  • Algemene bachelorcompetenties (volgens het VKS niveau 6) geïntegreerd toepassen in een – voor het beroep – authentieke context
  • Onderzoekscompetenties

Deze algemene competenties worden geconcretiseerd in deelcompetenties en criteria, geordend in clusters:

Cognitief-creatief/innovatieve cluster

  • Denk- en redeneervaardigheid: Zelfstandig analyseren van een complex vraagstuk gerelateerd aan het werkveld en een kwalitatieve redenering opbouwen
  • Verwerven en verwerken van informatie: Zelfstandig opzoeken, verwerken en toepassen van informatie en/of verzamelen en verwerken van data aansluitend bij een complex vraagstuk uit het werkveld. De student heeft hierbij oog voor relevante internationale bronnen en internationale good practices.
  • Oplossingsgericht kunnen werken: Zelfstandig en op planmatige en methodologisch onderbouwde wijze definiëren en analyseren van een complexe vraagstuk uit het werkveld en ontwikkelen en toepassen van zinvolle methoden en oplossingsstrategieën.
  • Creativiteit-innovatief denken: Ontwikkelen van vernieuwende, originele ideeën, oplossingen en methoden.
  • Vermogen tot communiceren: Zelfstandig mondeling, schriftelijk en multimediaal communiceren en rapporteren over/presenteren van beroepsspecifieke onderwerpen op een wijze die aangepast is aan de doelgroep (professionelen en niet-professionelen).

Kritisch-regulerende cluster

  • Vermogen tot kritische reflectie: Zelfstandig kritisch en constructief reflecteren over het eigen professioneel handelen en over de doeltreffendheid van het proces en het resultaat.
  • Vermogen tot zelfsturing: Functioneren met volledige autonomie en een ruime mate van initiatief

De bachelorproef vormt het sluitstuk van de opleiding. In dit opleidingsonderdeel dien je alle tijdens de opleiding verworven competenties aan te wenden en te integreren vanuit een onderzoekende houding en met een kritisch blik. Vooraleer je met het opleidingsonderdeel bachelorproef kan starten, moet je toelating krijgen van de coördinator afstandsonderwijs. Het is zeer sterk aangewezen dat de bachelorproef pas wordt opgenomen nadat alle andere opleidingsonderdelen aangevat of volledig afgelegd zijn (richtlijn: bij voorkeur minimum 120 studiepunten behaald hebben en een stage-ervaring opgedaan hebben).  

De bachelorproef situeert zich specifiek binnen de leerlijn ‘onderzoeksvaardigheden’. Je moet in elk geval de opleidingsonderdelen van de leerlijn onderzoeksvaardigheden van je opleiding afgewerkt hebben vooraleer je kan starten met de bachelorproef (als deze in je studiepakket opgenomen zijn, voor studenten die studiedoorverkorting hebben en hiervoor vrijstellingen kregen gaan we ervanuit dat deze competenties reeds eerder verworven zijn en ingezet kunnen worden bij de bachelorproef).

Onderwijsleeractiviteiten

12 sp. Bachelorproef (B-VIVZ-V5F556)

12 studiepuntenNederlandsWerkvorm: Bachelorproef16 urenBeide semestersBeide semesters
Hofman Elien |  N.
VIVES Z POC PBA Orthopedagogie

Elke bachelorproef is het resultaat van een individueel onderzoek met betrekking tot een duidelijk geformuleerde probleemstelling. Je vertrekt voor het uitwerken van een bachelorproef van een relevante en complexe opdracht waarmee een startende professional geconfronteerd kan worden: een idee, een nood, een wens, een behoefte uit het werkveld die om een innovatieve oplossing vraagt.

Je bakent een relevante probleemstelling af, stelt onderzoeksdoelen voorop en gaat via literatuur- en praktijkonderzoek op zoek naar/ontwikkelt  een passende oplossing, een advies, een voorstel, een product.

Dit alles gebeurt vanuit een kritische, onderzoeksgerichte ingesteldheid en vertrekt vanuit de tijdens de opleiding opgebouwde professionele kennis en vaardigheden.

 

Je realiseert in het kader van de bachelorproef 3 eindresultaten:

1. Een eindrapport

Bij de bachelorproef hoort een schriftelijk onderzoeksrapport waarin het volledige onderzoek beschreven wordt. Het onderzoeksrapport bestaat uit verschillende onderdelen:

  • Voorwoord
  • Samenvatting
  • Inhoudsopgave
  • Inleiding
  • Literatuuroverzicht
  • Onderzoeksontwerp- en verloop
  • Resultaten
  • Conclusie en discussie
  • Aanbevelingen
  • Literatuurlijst
  • Bijlagen

2. Een eindproduct

Het bachelorproefproces resulteert in een of ander concreet product. Naargelang de opdracht en de vooropgestelde onderzoeksvragen kan dit eindproduct veel vormen aannemen: een schriftelijk rapport, een video, een folder, een draaiboek, een spel, een vormingspakket, een activiteit … of een combinatie van producten. In sommige gevallen is het onderzoeksrapport ook het eindproduct (bijvoorbeeld bij sterk onderzoeksmatige projecten waar als eindproduct een uitgebreid onderzoeksrapport verwacht wordt).

3. Een mondelinge presentatie

In je bachelorproef formuleer je een antwoord op een vraag/nood uit het werkveld. Het is dan ook belangrijk dat jouw werk kan doorstromen naar dat werkveld. Je presenteert je onderzoek en de eindresultaten mondeling en op gepaste wijze aan een relevant doelpubliek dat je zelf zoekt (potentiële gebruikers, personen uit het werkveld, docenten, studenten, onderzoekers). Deze presentatie is gelinkt aan het vraaggesprek met de jury.

  • Op Toledo vind je alle informatie om van start te kunnen gaan met de bachelorproef (Toledocourse 'Bachelorproef' V5F556). Er is ook een uitgebreid digitaal leerpad (EXPLORE-DEVELOP-DELIVER-traject) beschikbaar dat chronologisch opbouw is volgens de  onderzoeksmatige stappen die je tijdens het bachelorproefproces doorloopt. We verwijzen in dit leerpad ook naar onderdelen van de VIVES tutorial (te vinden op Toledo) rond informatie- en onderzoeksvaardigheden en digitale competenties. Je bent verplicht elke stap van dit leerpad in de juiste volgorde te doorlopen.
  • Het handboek dat binnen binnen de opleidingen voor de opleidingsonderdelen rond onderzoeksvaardigheden gebruikt wordt, is een onmisbare hulpbron bij het uitwerken van de bachelorproef: Neckebroeck, C.; Vanderstraeten, I. & Verhaeghe, M. (2018, 2nd ed.). Onderzoeksvaardigheden. Voor onderwijs, zorg en welzijn. Wommelgem: Uitgeverij VAN IN. ISBN: 978-90-306-8701-6.

Vraagstelling van waaruit de bachelorproef vertrekt

Je vertrekt voor het uitwerken van een bachelorproef van een relevante en complexe opdracht waarmee een startende professional geconfronteerd kan worden namelijk specifieke vragen of noden vanuit de praktijk die om een innovatieve oplossing vragen.

Er zijn twee verschillende pistes om tot een vraagstelling voor je bachelorproef te komen. De opdracht kan:

  • gelinkt worden aan een idee, een nood, een wens, een behoefte, een vraag uit het werkveld of vanuit je afstudeerrichting, of
  • vertrekken vanuit het concept dat je zelf uitgewerkt hebt als eindresultaat van het vak 21ste eeuwse professionalisering (mits goedkeuring)

De opdracht voldoet daarnaast ook aan de volgende kenmerken:

  • heeft een hoog actualiteitsgehalte: Het gaat om een actueel thema dat vernieuwend en relevant is (voor cliënten, personeel, een organisatie, op maatschappelijk vlak)
  • het eindresultaat (een advies, een product, een handeling, een ontwerp) is van belang voor de opdrachtgever en/of in sommige gevallen ook relevant voor een breder publiek uit de beroepspraktijk of maatschappij.

Een bachelorproef in AO kan je best uitvoeren in samenwerking met een andere setting dan de eigen werk- of stageplek.

Je legt je onderwerp voor aan de bachelorproefcoördinator. Na goedkeuring van je onderwerp kan je aan de slag

Verloop van het bachelorproefproces

Jij bent de motor van het hele bachelorproefproces.  Jij draagt zelf de verantwoordelijkheid voor de eigenlijke uitwerking van de bachelorproef en dit zowel naar inhoud als naar vorm, zowel voor het product als voor het proces. Je werkt zelfsturend en gaat hierbij planmatig te werk. Je volgt het leerpad op Toledo waarin de te volgen stappen uitgetekend staan volgens drie fasen:

  • EXPLORE: In deze fase formuleer je een concrete probleemstelling (probleemexploratie), verdiep je je in de literatuur (literatuurexploratie) en denk je na over een plan van aanpak (praktische exploratie). Na een een grondige (literatuur)verkenning en een kritische reflectie schrijf je een onderzoeksontwerp en plan van aanpak uit., praktische exploratie. Deze fase eindigt in een onderzoeksontwerp en een plan van aanpak.
  • DEVELOP: In de DEVELOP-fase ‘ontpopt’ het onderzoeksproject zich verder in een proces van afwisselend denken en doen: Je werkt je onderzoeksmethode uit, verzamelt, analyseert en interpreteert de nodige data of je ontwikkelt een product dat voldoet aan de vooropgestelde criteria. Je reflecteert kritisch over het onderzoek en het verkregen eindresultaat
  • DELIVER: Je presenteert je resultaten, zowel schriftelijk (in een onderzoeksrapport) als mondeling (presentatie) of multimediaal (website)

Tijdens dit proces krijg je ondersteuning:

  • Je krijgt een individuele bachelorproefbegeleider toegewezen die jouw bachelorproefproces coacht. Je neemt zelf het initiatief om je bachelorproefbegeleider op de hoogte te houden en feedback te vragen.
  • Ondersteuning onderzoeksvaardigheden:
    • Digitaal leerpad op toledo dat je zelfstandig doorneemt
    • Contactmomenten of consultatiemomenten waar je terecht kan met methodologische vragen
  • Stappenplan met aangewezen tijdspad op Toledo
  • De bachelorproefcoördinator geeft je een antwoord op praktische vragen in verband met de bachelorproef als product.

 

Evaluatieactiviteiten

Bachelorproef (B-VIVZ-V82794)

Type : Permanente evaluatie zonder examen tijdens de examenperiode
Evaluatievorm : Ontwerp/Product, Verslag, Presentatie, Procesevaluatie
Vraagvormen : Open vragen

ExamenmomentBeoordelingsschaal
TOTAAL1-20/20 puntenschaal

Bij de beoordeling van de bachelorproef zijn meerdere partijen betrokken:

  • De bachelorproefbegeleider die zich hiervoor baseert op het onderzoeksrapport, het portfolio, het eindproduct, de presentatie, het vraaggesprek en de informatie uit de individuele contactmomenten.
  • Eén of twee beoordelaars (de werkveldpartner en/of een door VIVES aangesteld (extern) jurylid) die zich baseren op de presentatie en het vraaggesprek.

De eindbeoordeling wordt herleid tot één totaalcijfer (op 20) per student.

Voor dit opleidingsonderdeel zijn er geen deeloverdrachten.

De bachelorproef is herkansbaar tenzij het in de feiten onmogelijk is. Deze feitelijke onmogelijkheid kan het gevolg zijn van de hoeveelheid te remediëren aspecten binnen de gegeven tijdsspanne.